Als het misgaat met je kinderen en ze zich niet ontwikkelen zoals jij het graag zou wensen, doet dat enorm veel pijn. Hoewel kinderen bij problemen het eerst bij hun ouders aankloppen hebben dezelfde ouders weinig invloed om daadwerkelijk hulp te bieden. Meestal is het omdat ouders zich erg close met hun kinderen verbonden voelen en om te kunnen helpen is toch wel enige afstand vereist.
Je kinderen zijn je kostbaarste bezit op deze wereld. Je bent blij met hun groei, vorderingen en successen. Je verheugt je als ze het goed doen in hun relaties. Maar omgekeerd ben je ook erg bezorgd als het niet zo goed met ze gaat en kun je wakker liggen van hun problemen.
Marie lijkt een aantrekkingskracht te hebben voor verkeerde relaties. Ofwel ontmoet ze mannen die haar misbruiken voor hun eigen behoeften en haar na korte tijd weer dumpen of mannen die in de afhankelijkheid gaan en een appèl doen op haar zorg, zonder terug te kunnen geven wat Marie zelf nodig heeft. Hoewel haar ouders haar daar regelmatig op wijzen, slaagt ze er niet in om uit deze vicieuze cirkel te komen.
Jan is verslaafd. In de tienerjaren bleef dat nog beperkt tot joints en wat experimenten. In de latere jaren is de verslaving steeds meer zijn gedrag gaan bepalen. Door de ernst hiervan kan hij moeilijk zijn werk houden en lopen zijn schulden op. In het begin hebben zijn ouders hem hierin wat geholpen maar op de duur bleek het een vat zonder bodem. Hoewel hij zich af en toe herpakt, hervalt hij vroeg of laat weer in zijn oude patroon.
Nel heeft ernstige psychische problemen. Al vanaf haar puberteit worstelt ze met depressies, minderwaardigheidsgevoelens en ontwikkelde ze een eetproblematiek. Hoewel ze haar middelbare school heeft kunnen afmaken lukte het daarna niet meer om een opleiding te voltooien. Faalangst en kleine tegenslagen brengen haar telkens weer uit haar lood en zorgen ervoor dat ze stopt met een cursus of stage. Diverse begeleidingen brachten wel korte tijd verbetering maar telkens weer opnieuw herviel ze in het negatief denken over zichzelf en haar toekomst en laat ze het traject waar ze mee bezig is weer los.
Je voelt je totaal onmachtig
Als het misgaat met je kinderen en ze zich niet ontwikkelen zoals jij het graag zou wensen, doet dat enorm veel pijn. Allereerst omdat je je totaal onmachtig voelt. Hoewel kinderen bij problemen het eerst bij hun ouders aankloppen hebben dezelfde ouders weinig invloed om daadwerkelijk hulp te bieden. Soms is dat omdat in de ontwikkeling van hun problematiek ook de relatie met de ouders verweven zit. Meestal is het omdat ouders zich erg close met hun kinderen verbonden voelen en om te kunnen helpen is toch wel enige afstand vereist.
Je voelt je verantwoordelijk
Deze onmacht wordt nog eens versterkt door je gevoel van verantwoordelijkheid. Hoewel kinderen hun eigen weg in het leven moeten vinden, voel je je als ouder toch verantwoordelijk voor hun geluk en welzijn. Graag zou je hen willen helpen bij het maken van belangrijke keuzes of bij veranderingen, maar ze zullen toch zelf hun afweging moeten maken. Dit gevoel voor verantwoordelijkheid wordt nog eens versterkt door de maatschappij. Opvoedingsprogramma’s en literatuur laten uitschijnen alsof ouders in staat zouden moeten zijn hun kind zo te begeleiden dat ze een perfecte lichamelijke, geestelijke en relationele gezondheid ontwikkelen. Vooral omdat we vandaag veel kennis hebben, menen we zelf ook dat we veel kunnen en moeten voorkomen.
Schuldig blijven voelen
Niets kan je zo’n zwaar schuldgevoel geven dan de problemen van je kinderen. Hoewel we rationeel best weten dat we niet alles in de hand hebben, kinderen hun eigen weg moeten vinden en er veel factoren zijn die we niet in de hand hebben, blijven we ons schuldig voelen. Op zich natuurlijk ook een heenwijzing van ‘goede ouders’ te willen zijn die hun verantwoording nemen, maar het toont ook het ideaal van elke ouder dat er veel mis mag gaan in je leven, als je kinderen maar gelukkig zijn.
Positieve zelfwaardering is onmisbaar
Zoals bij elke vliegreis, moeders de instructie krijgen om bij calamiteiten eerst zelf het zuurstofmasker op te zetten en pas daarna bij de kinderen, zul je bij problemen eerst aan gezonde zelfzorg moeten doen. Je zult bij verdriet, zorgen en teleurstelling over je kinderen eerst zelf weer grond onder je voeten moeten voelen, willen schuld en onmacht je niet tot kramp of verkeerde keuzes brengen. Zelfwaardering ligt op zo’n moment niet direct voor de hand. Je focus ligt zo op de situatie bij je kinderen en de emoties die dat bij jou teweeg brengen dat positief over jezelf denken wel het laatste is waar je aan denkt. Toch is positieve zelfwaardering onmisbaar. Bij keuzes zoals de start van een relatie, een verhuizing, een andere job of nieuwe studie is dat vanzelfsprekend. Als je dan geen zelfvertrouwen hebt, komt er meestal niet veel van terecht. Maar ook en juist bij tegenslagen of afwijzing is het belangrijk om positief over jezelf te blijven denken. Niet om eventuele fouten of tekorten te verdoezelen maar om te voorkomen dat je zelfbeeld er mee gaat samenvallen.
Ieder kind vecht met zijn draken om als held uit de strijd te komen of het nu om verslaving, anorexia, depressies of wanen gaat.
Drie handvatten voor de weg naar zelfwaardering
De weg naar zelfwaardering is niet eenvoudig, omdat je tegelijk moet worstelen met de negatieve gevoelens van zelfbeschuldiging en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Daarom de volgende drie handvatten.
I. Motivatie
Problemen met je kinderen doen je niet alleen twijfelen aan de manier waarop je de opvoeding hebt aangepakt, maar ook aan je eigen motivatie. Was ik niet te egoïstisch, ben ik wel geschikt als ouder, heb ik wel echt de belangen van mijn kind op het oog gehad, was ik niet te gemakzuchtig? Op zich vragen die bij een gezonde zelfevaluatie horen. Maar bij elke beoordeling zul je een vast ankerpunt moeten houden. Jezelf zien als een egoïstische ouder helpt je daarbij niet. Respecteer het diepe verlangen in je om een goede ouder te zijn. Waardeer de hoop die je koesterde voor de toekomst van je kind. Geloof in je liefde voor hen. Zelfbeoordeling is goed maar deze mag niet leiden tot zelfverwerping.
Paulus en motivatie
Toen de apostel Paulus worstelde met de donkere krachten in zichzelf en tot de conclusie kwam dat hij het goede dat hij koesterde niet volbracht en het kwade dat hij verafschuwde toch deed, kwam hij tot de merkwaardige conclusie dat de kern van zijn wezen niet samenviel met zijn gedrag: ‘dan ben ik daar niet zelf de oorzaak van’ (NBV), ‘breng ik dat niet meer teweeg’ (HSV) (Rom. 7:17 en 20). De strijd in ons leven tussen goed en kwaad vraagt om een stevig ankerpunt, willen we niet moedeloos worden.
II. Inzet
Elke ouder heeft meer of minder zijn best gedaan. Kijk daarom naast de keuzes die je betreurt en de fouten die je gemaakt ook eens naar wat je wel gedaan hebt: de nachten dat je naast je zieke kind hebt gezeten, de financiële offers die je bracht om al hun hobby’s en ontspanning mogelijk te maken, de vele ritten naar hun vrienden, de gesprekken over hun studiekeuzes, vriendschappen en toekomstplannen.
III. Goedheid
In de geschiedenis van het christendom is veel aandacht gegeven aan de zondigheid van de mens en zijn verkeerde daden. Helaas is er weinig aandacht gegaan naar de goedheid van ieder mens. Integendeel die goedheid werd gewantrouwd en gekoppeld aan hoogmoed. Toch doen we onze Schepper tekort door onszelf te verwerpen. We zijn ons eigen ontwerp niet, maar aan onszelf gegeven. De dichter van Ps 139:14 roept het uit dat hij zich diep verwondert hoe mooi God hem gemaakt heeft. Onze fouten zijn niet een ontkenning van onze goedheid, maar juist een bevestiging ervan. Ik bedoel dat onze fouten en zonden juist zo erg zijn omdat we daarmee niet alleen tegen onze Schepper maar ook tegen onszelf en onze eigen waarde zondigen.
ANDERS NAAR DE PROBLEMEN KIJKEN
Oorzaken en gevolg?
Om grip te krijgen op de problemen die je ziet, zoek je vaak naar oorzaken. Vanzelfsprekend kijk je dus bij de problemen van je kinderen naar de opvoeding die je hen hebt gegeven. Gezien je niet volmaakt bent, zul je best een aantal verkeerde keuzes en nagelaten inzet zien. De vraag is alleen kun je een rechte lijn trekken tussen de opvoeding die jij je kinderen gegeven hebt en de ontwikkeling die ze daarna meemaakten? Kun je faalangst, crimineel gedrag, eetproblematiek en depressie zomaar op rekening van jouw opvoeding zetten? Er spelen heel wat andere factoren mee in de vorming van een kind naar volwassenheid. Allereerst is er de invloed van de leeftijdgenoten en de waarden van de jeugdcultuur waarbinnen je kinderen opgroeien of opgroeiden. Daarnaast zijn er de ideaalbeelden die het kind zelf gevormd heeft, al dan niet onder invloed van de (sociale) media. Bovendien heeft ieder kind zijn eigen aanleg, veerkracht en een bepaalde dosis irrationaliteit die wij niet kunnen narekenen.
Focussen op hoop
Problemen kunnen ons zicht zo biologeren dat we alleen nog maar de negatieve kanten zien. Terwijl juist in de problemen een groeiproces plaats vindt waarvan we de uitkomst niet kunnen voorspellen. Ieder kind vecht met zijn draken om als held uit de strijd te komen of het nu om verslaving, anorexia, depressies of wanen gaat. In plaats van de grenzen van het probleem af te tasten, zouden we ons moeten richten op de strijd en energie die ermee gepaard gaat. En hierin de eerste supporter van onze kinderen zijn.
Een breed perspectief
Zorg dat je een breed perspectief houdt, zowel op de problemen als op de kansen en mogelijkheden die er zijn. In elk probleem van je kind zit een levensles, een uitdaging. Bijvoorbeeld om een oude zekerheid los te laten en een nieuwe te verwerven of om verborgen talenten aan te spreken of om met saboterende relaties te breken en op zoek te gaan naar steunende vriendschappen. Bovendien beschikt elke mens over een geweldige voorraad veerkracht en creativiteit.
Geloof, bevestiging en aanmoediging veel belangrijker dan excuses
Veel ouders zien hun fouten en zijn best bereid om deze te erkennen naar hun kinderen. De vraag is alleen of de ouder dit nodig heeft of hun kind. Ik vermoed dat kinderen zelf meer gebaat zijn bij bevestiging. Bij onze sorry’s zal dit hen misschien erkenning geven en willen ze ons waarschijnlijk ook wel troosten en geruststellen, maar het zal hen weinig helpen in hun persoonlijke groei. Geloof, bevestiging en aanmoediging zijn veel belangrijker. Bij excuses richt je je weer op het verleden (wat soms nodig is), maar bij bevestiging stel je de wederzijdse betekenis in het heden vast en geef je vertrouwen in de toekomst.
In de opvoeding van onze kinderen leren we misschien wel onze belangrijkste levenslessen.
De lessen die God ons leert bestaan uit hechten en onthechten, geven en ontvangen, investeren en loslaten. In elke fase van ons leven liggen er zo weer nieuwe leerervaringen op ons te wachten. Onze Schepper vertrouwt ons kinderen toe om hen liefde te geven, op te voeden en te vormen naar volwassenheid. We doen dat niet volmaakt, maar dat is ook niet de bedoeling. De belangrijkste les die we er door moeten leren betreft onze relatie met Hem. Blijft Hij voor ons de strenge onderwijzer die ziet of wij het goed doen? Of ontstaat er door het proces heen een nieuwe intimiteit met God waarin verwondering en vrijheid de belangrijkste kenmerken zijn? Juist de problemen met onze kinderen brengen onze beperktheid en kwetsbaarheid naar boven. Deze geven ons een kans om opener naar God te worden en ons meer aanvaard en geliefd te voelen. Te merken dat er een relatie met God mogelijk is die al onze tekorten en beperktheden overstijgt en laat zien dat onze betekenis voor Hem niet ligt in onze prestaties als ouder maar in onze persoon zelf.
Tips
- Orden de problemen naar dringendheid, belangrijkheid en proportie. Laat je niet overweldigen door emotie maar neem wat afstand om een helder zicht op de feiten te houden.
- Ontdek welke rol je nu kunt en mag spelen in de relatie met je kind. Het is niet omdat je rol als opvoeder is uitgespeeld dat je nu niet meer van betekenis kunt zijn. Er liggen genoeg kansen van ondersteuning, aanmoediging en rust brengen in de situatie.
- Geloof in je kind en bevestig het in zijn kwaliteiten, verantwoordelijkheid en inzet.
- Evalueer je eigen ouderschap vanuit waardigheid.
- Deel de positieve herinneringen die je samen hebt.
- Dank God voor je kinderen. Met bidden moet je voorzichtig zijn omdat je je daardoor nog meer kunt focussen op hun problemen. Danken geeft vertrouwen in het plan dat God met hen heeft en helpt je om de problemen van bovenuit te bekijken.
door Gerrit Houtman